Actuele situatie
De gemeente als lokale overheid wordt met lastige financiële tijden geconfronteerd. Er is een sterke afhankelijkheid van geldstromen van het Rijk en daarnaast doen zich prijsstijgingen in het Sociaal domein voor en is sprake van een CAO-stijging van meerdere procenten.
Daarnaast is gedurende de afgelopen maanden sprake van een aantal ontwikkelingen die impact hebben op de financiële positie van Heemskerk. Wij nemen u in dit stadium mee in deze ontwikkelingen en het effect die deze hebben op de financiële positie van onze gemeente.
Herijking Gemeentefonds
De herijking van het Gemeentefonds is uitgesteld. Dit leidt tot een langere periode van onzekerheid met betrekking tot de inkomsten van het Rijk. De Algemene uitkering is voor Heemskerk verreweg de grootste bron van inkomsten. Door het uitstel is de impact van deze herijking voor Heemskerk nog niet goed in te schatten. In december 2020 wordt het financiële effect bekendgemaakt. De wijziging treedt in werking in het begrotingsjaar 2022. De herijking van het Gemeentefonds gaat niet alleen over het algemene gedeelte. Ook voor de middelen voor het Sociaal domein is het Rijk van mening dat deze beter over de gemeenten moeten worden verdeeld. De herijking richt zich nadrukkelijk op een herverdeling en niet op de totale omvang van de middelen. Er komt dus geen geld bij langs deze weg. Dit impliceert dat de herijking voor sommige gemeenten positief zal uitpakken, terwijl andere gemeenten minder middelen zullen ontvangen.
Financiën onder druk
Het financiële effect van de hierboven beschreven ontwikkelingen is nog niet volledig uitgekristalliseerd. Het college voorziet wel dat dit de komende jaren zal leiden leidt tot een tekort in het meerjarenperspectief. In de periode voor de coronacrisis gaven veel gemeenten reeds aan onder financiële druk te staan. De huidige situatie doet hier geen goed aan en de verwachting is dat de druk op de gemeentelijke financiën zal toenemen.
Toch is en blijft het de wens om de bestuurlijke ambities van het Coalitieakkoord zoveel mogelijk te realiseren. Dit dwingt ons om goed te kijken naar de omvang van de uitgaven en het mogelijk verhogen van de inkomsten. Hierdoor is het mogelijk om de effecten van de autonome ontwikkelingen op te vangen en tegelijkertijd te kunnen blijven investeren.
Prognose saldi begroting 2020-2024
De Begroting 2020-2023 sloot, met uitzondering van de jaarschijf 2023, met negatieve saldi af.
Voor het opstellen van het nieuwe financieel meerjarenperspectief zijn de bijstellingen naar aanleiding van de September- en Decembercirculaire 2019 meegenomen, net als de structurele effecten uit de Najaarsrapportage 2019 en de Jaarrekening 2019. Dit heeft het meerjarensaldo negatief beïnvloed. Tot slot zijn de raadsbesluiten met een financieel effect, die zijn genomen tot en met de raad april 2020, meegenomen in het opstellen van het nieuwe meerjarenbeeld. Dit zijn allemaal effecten van reeds genomen beslissingen.
De toekomstige ontwikkelingen die in onderstaande tabel zijn meegenomen, zijn nog afhankelijk van goedkeuring door de raad. Als eerste gaat het om de doorrekening van de uitgangspunten van de nieuwe Begroting 2021. Dit heeft een effect op de laatste jaarschijf die er nu bijkomt. Daarna is de opbrengst van de taskforce meegenomen die, wanneer alles wordt overgenomen door de raad, leidt tot een positief meerjarensaldo. Helaas komen daar de autonome en noodzakelijke ontwikkelingen bij, waardoor het meerjarenperspectief wederom omslaat naar negatief. Met name de meerjarige financiële vertaling van het onderwijs huisvestingsplan, de noodzakelijke investeringen in de ICT ontwikkelingen en de incidentele uitgaven voor de conservering van de tunnel Laan van Broekpolder en het vervangen van een kunstgrasveld zijn hier van grote invloed op. Aanvullend zijn nog de wensen meegenomen, wat leidt tot het nu gepresenteerde meerjarenperspectief.
Bedragen x € 1.000,- | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
Primaire Begroting 2020-2024 | -776 | -1.417 | -567 | 544 | 544 |
Bijdrage Veiligheidsregio Kennemerland (IJM/2019/0180) | -44 | -44 | -44 | -44 | -44 |
Septembercirculaire 2019 (BIRM/2019/0443) | 462 | 1.024 | 1.191 | 1.065 | 1.065 |
Aframen correctie BTW-compensatiefonds (BCF) | -566 | -603 | -708 | -9 | -9 |
Aframen nog te ontvangen rijksmiddelen Jeugdzorg | -650 | -650 | -650 | ||
subtotaal na Septembercirculaire 2019 | -924 | -1.040 | -778 | 906 | 906 |
Najaarsnota 2019 (BIRB/2019/2870) | -188 | -225 | -236 | -219 | -219 |
Decembercirculaire 2019 (BIRM/2019/0477) | 82 | 85 | 77 | 68 | 68 |
subtotaal inclusief Najaarsnota & Decembercirculaire 2019 | -1.030 | -1.180 | -937 | 755 | 755 |
Voorstel tot het vaststellen van zwemmen als onderdeel van sport- en cultuurpas (BIRB/2019/2901) | 9 | -36 | -39 | ||
subtotaal inclusief raadsbesluiten genomen t/m april 2019 | -1.021 | -1.216 | -976 | 755 | 755 |
Structurele effecten Jaarrekening 2019 | -326 | -651 | -651 | -611 | -573 |
Effecten uitgangspunten Begroting 2021 | -166 | ||||
subtotaal inclusief structurele effecten JR 2019 | -1.347 | -1.867 | -1.627 | 144 | 16 |
Taskforce: Effect maatregelen (excl. extra verhoging OZB) | 779 | 1.710 | 3.211 | 3.727 | 4.400 |
subtotaal maatregelen taskforce (excl. extra verhoging OZB) | -568 | -157 | 1.584 | 3.871 | 4.416 |
Taskforce: Extra verhoging OZB | Besluitvorming verdaagd naar raadsbehandeling Begroting 2021-2024 | ||||
subtotaal maatregelen taskforce extra verhoging OZB | -568 | -157 | 1.584 | 3.871 | 4.416 |
Perspectiefnota 2021-2024: Autonome ontwikkelingen | -21 | -116 | -170 | -170 | -171 |
subtotaal inclusief Autonome ontwikkelingen | -589 | -273 | 1.414 | 3.701 | 4.245 |
Perspectiefnota 2021-2024: Noodzakelijke ontwikkelingen | -336 | -2.445 | -1.653 | -711 | -1.090 |
subtotaal inclusief Noodzakelijke ontwikkelingen | -925 | -2.718 | -239 | 2.990 | 3.155 |
Perspectiefnota 2021-2024: Wensen/nieuw beleid | -77 | -277 | -196 | -169 | -69 |
subtotaal inclusief Wensen/nieuw beleid | -1.002 | -2.995 | -435 | 2.821 | 3.085 |
Meerjarenperspectief na Perspectiefnota 2021-2024 | -1.002 | -2.995 | -435 | 2.821 | 3.085 |
Structurele effecten Jaarrekening 2019
Bedragen x € 1.000,- | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
Eigen verklaringen en leges uittreksels | -10 | -10 | -10 | -10 | -10 |
Pacht kermis | -21 | -21 | -21 | -21 | -21 |
Preventieve inzet jeugd | 13 | 13 | 13 | 13 | 13 |
Hulp bij het huishouden | -192 | -192 | -192 | -192 | -192 |
Begeleiding | -177 | -177 | -177 | -177 | -177 |
Vervoersvoorzieningen | -103 | -103 | -103 | -103 | -103 |
Hulpmiddelen | -67 | -67 | -67 | -67 | -67 |
Eigen bijdragen Wmo | -26 | -26 | -26 | -26 | -26 |
Onvoorziene onderhoudskosten | -38 | -38 | -38 | -38 | |
Catering | -40 | -40 | -40 | -40 | -40 |
Vrijval kapitaallasten Jaarrekening 2019 | 336 | 10 | 10 | 50 | 50 |
-326 | -651 | -651 | -611 | -573 |
Eigen verklaringen en leges uittreksels (nadeel van € 10.000,-)
In bepaalde gevallen is een eigen verklaring (gezondheidsverklaring) nodig als een rijbewijs verlengd moet worden. Door de toenemende vraag naar een eigen verklaring, worden meer eigen verklaringen ingekocht. Deze worden doorberekend aan de afnemer. Dit betekent dat zowel de uitgaven als de inkomsten met € 10.000,- moeten worden verhoogd.
Er worden door de burgers minder uittreksels aangevraagd, omdat veel (overheids)instanties een digitale koppeling hebben met de Basisregistratie Personen (BRP). Het gevolg is dat de legesinkomsten met € 10.000,- afnemen.
Pacht kermis (nadeel van € 20.736,-)
Op landelijk niveau is de trend dat het aantal inschrijvingen voor kermisattracties daalt. Daarnaast is sprake van inschrijvingen voor attracties tegen lagere bedragen. Over de gehele genomen linie is ook de opbrengst van de zogenaamde 'kantzaken' lager.
Preventieve inzet jeugd (voordeel van € 12.865,-)
Met ingang van 2019 wordt een deel van de preventieve inzet op jeugd van Socius voldaan uit het budget voor maatschappelijk werk.
Hulp bij het huishouden (nadeel van € 192.294,-)
Naast de toename van aanvragen voor hulp bij het huishouden, zijn de tarieven met gemiddeld 4,18% gestegen. Dit komt door de nieuwe CAO Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg (VVT). De gemeente voldoet aan de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) Reële tarieven, maar dit heeft invloed op de hoogte van de tarieven.
Begeleiding (nadeel van € 176.778,-)
Steeds vaker wordt een beroep gedaan op ondersteuning vanuit de maatwerkvoorziening begeleiding. In verband met grotere problematiek worden zwaardere indicaties afgegeven.
Vervoersvoorzieningen (nadeel van € 103.466,-)
Om zolang mogelijk aan het maatschappelijk verkeer deel te nemen worden meer aanvragen ingediend voor het Wmo vervoer. Inwoners kunnen met behulp van het Wmo vervoer nog zo zelfstandig mogelijk reizen. Dit leidt tot hogere kosten.
Hulpmiddelen (nadeel van € 67.125,-)
Er zijn meer specialistische hulpmiddelen verstrekt. Dit heeft te maken met het langer zelfstandig wonen van mensen met complexere aandoeningen en dit leidt tot hogere kosten.
Eigen bijdragen Wmo (nadeel van € 25.693,-)
De inkomsten vanuit de eigen bijdragen op Wmo-voorzieningen blijven onder druk staan. In de begroting is rekening gehouden met een afname van de eigen bijdragen als gevolg van het abonnementstarief.
Onvoorziene onderhoudskosten (nadeel van € 38.000,-)
Het verwijderen van boomwortels in voetpaden heeft extra kosten tot gevolg gehad. Vanuit veiligheidsoverwegingen was dit niet uit te stellen. Het is de verwachting dat deze wijze van onderhoud in de toekomst tot hogere structurele lasten leidt.
Catering (nadeel van € 40.000,-)
De kosten van de kantine en catering zijn jaarlijks hoger dan het geraamde budget. Voor een deel (ruim € 20.000,-) worden deze opgevangen door de inkomsten. Per saldo resteert een structureel nadelig saldo van € 40.000,-. De aanbesteding van de catering staat voor 2020 ingepland.
Vrijval kapitaallasten Jaarrekening 2019
De vrijval 2020 heeft met name te maken met het doorschuiven van investeringen en de € 10.037,- structureel heeft te maken met afsluiting van kredieten die uiteindelijk een lagere besteding hebben dan geraamd was. Daarnaast is bij 2 kredieten geen rekening gehouden met de geraamde te ontvangen subsidie (met ingang van 2023), waardoor de kapitaallasten nu lager uitvallen.
N.B. In de taskforce is met ingang van 2021 een post structurele onderuitputting van de kapitaallasten van € 150.000,- opgenomen. Dat betreft een ander effect dan de hier opgenomen vrijval.