Nieuwe gemeentelijke taken
De komende periode is sprake van een ontwikkeling waarbij aan individuele gemeenten meer taken worden gegeven, vergezeld van al dan niet toereikende financiële middelen.
Wet inburgering
In de 1e plaats kan worden gewezen op de nieuwe Wet Inburgering. De invoering van deze wet - naar verwachting juli 2021 - betekent voor gemeenten dat zij op grond van het nieuwe inburgeringsstelsel ervoor dienen zorg te dragen dat nieuwkomers zo snel mogelijk de Nederlandse taal leren en aan het werk gaan. Daarbij staan maatwerk en snelheid centraal. Nieuwkomers die vóór juli 2021 inburgeringsplichtig worden, blijven vallen onder het oude stelsel.
Beschermd wonen
In de 2e plaats wordt de verantwoordelijkheid voor beschermd wonen van centrumgemeenten in een periode van 10 jaar naar alle gemeenten door gedecentraliseerd. Het betreft de periode 2022-2031. Dit betekent financieel dat gedurende die periode geleidelijk wordt overgestapt van de huidige historische verdeling over centrumgemeenten naar een objectieve verdeling over alle gemeenten. Nieuwe cliënten vallen per 2022 onder de verantwoordelijkheid van de respectievelijke individuele gemeenten, bestaande cliënten blijven - voor de termijn van hun indicatie - onder de verantwoordelijkheid van de centrumgemeenten vallen. Bij deze doordecentralisatie is sprake van een verplichte regionale samenwerking. Beschermd wonen wordt geboden aan mensen met psychische of psychosociale problemen die alleen met intensieve begeleiding in staat zijn zich te handhaven in de samenleving. De voorziening biedt aan hen de mogelijkheid te wonen in een gewone wijk, met toezicht en begeleiding.
Over de eventuele doordecentralisatie van de maatschappelijke opvang naar alle gemeenten zal het Rijk op basis van een evaluatie over 4 jaar een beslissing nemen. Maatschappelijke opvang omvat het bieden van een tijdelijk verblijf aan mensen zonder dak boven hun hoofd, gekoppeld aan zorg en begeleiding en/of het verhelpen van een crisis. Het betreft mensen die al dan niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving.
Voor Heemskerk geldt dat de voorbereiding voor de uitvoering van deze nieuwe taken tijdig ter hand wordt genomen. Hierbij zal waar nodig en gewenst regionaal worden afgestemd of samengewerkt. Waar mogelijk wordt ingezet op een integrale aanpak. Zo speelt bij beschermd wonen dat de doordecentralisatie gepaard gaat met een beweging naar kleinere woonvoorzieningen die meer verspreid zijn over de regio.
Huidig rijksbeleid
Naast het overhevelen van taken zijn er andere ontwikkelingen vanuit het Rijk die beleidsinhoudelijk en/of financieel consequenties voor gemeenten hebben. In de voorgaande periode betrof dit bijvoorbeeld de invoering van het abonnementstarief voor de maatwerkvoorzieningen Wet maatschappelijke ondersteuning. Dit leidde - én leidt - voor gemeenten tot het ontvangen van minder inkomsten ten opzichte van de eerdere eigen bijdragen én tot een stijging van verstrekkingen. De hiermee gepaard gaande tekorten van gemeenten zijn door het Rijk slechts deels gecompenseerd.
Daarnaast is er de opdracht van het Rijk aan gemeenten om reële tarieven te hanteren bij de verwerving van ondersteuning (rekening houdend met diverse kostprijselementen, waaronder loonkostenstijgingen op basis van de betreffende cao). Ook deze opdracht heeft in het algemeen financieel nadelige gevolgen voor gemeenten.
Het Rijk heeft tevens recent inhoudelijke maatregelen aangekondigd met betrekking tot de jeugdhulp (verplichte regionale samenwerking). De concrete invulling en consequenties hiervan zullen de komende periode helder worden.
Voor Heemskerk geldt dat de komende periode intensief wordt doorgegaan met de ingezette transformatie van de ondersteuning én van de toegang daartoe (resulterend in één integrale toegang). Dit niet alleen omdat er mogelijkheden zijn de ondersteuning aan onze inwoners en de toeleiding daartoe verder te optimaliseren (en waar mogelijk passender en meer samenhangend te maken). Maar ook om daarmee de kosten van de ondersteuning te kunnen verminderen. Nadere informatie over de verdere transformatie van het aanbod en de toegang tot ondersteuning treft u aan in hoofdstuk 4 en in de bijlage onder nummer 39.
Langer zelfstandig wonen
De al eerder door het Rijk ingezette verschuiving van intramurale naar extramurale ondersteuning leidt ertoe dat steeds meer mensen met beperkingen zelfstandig thuis blijven wonen. Dit leidt landelijk tot een stijgende vraag naar met name ondersteuning op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Hierbij is bovendien meer dan voorheen sprake van complexere problematiek. Deze landelijke trend is ook in Heemskerk zichtbaar: er is in dit kader sprake van een stijgende trend in met name de aanvragen voor begeleiding en voor woningaanpassingen. Bij dit laatste speelt tevens de geringe doorstroom op de woningmarkt een belangrijke rol.
Aanvullend kan in dit verband worden gewezen op het hoofdlijnenakkoord geestelijke gezondheidszorg (GGZ) uit 2019, met als uitgangspunt dat zorg en ondersteuning zoveel mogelijk - en meer dan nu - in de eigen omgeving plaatsvindt ('thuis, tenzij'). Het Rijk verstrekt hiervoor middelen aan gemeenten.
De gevolgen van deze trend in Heemskerk zullen worden betrokken bij de voortgang van de transformatie van de ondersteuning.
Uitvoering nieuw vastgesteld beleid en coalitieakkoord
Tot slot zal de komende jaren - naast de reguliere inzet - (verder) uitvoering worden gegeven aan het in 2019 vastgestelde nieuwe beleid, waaronder het Beleidsplan Sociaal domein en de Sportnota, en aan het voorgenomen nieuwe beleid (lokale Cultuurnota). In relatie hiermee wordt tevens ingezet op de actualisering van het subsidiebeleid. Ook voor het Coalitieakkoord geldt dat aan de opgenomen onderwerpen de komende jaren invulling zal worden gegeven of dat de uitvoering verder wordt ingevuld. Dit laatste geldt bijvoorbeeld voor de sport-en cultuurpas.