Perspectiefnota 2021 - 2024

Home

1. Op weg naar een solide meerjarenbegroting

Leeswijzer

De Perspectiefnota 2021-2024 bestaat uit de volgende hoofdstukken.

1. Op weg naar een solide meerjarenbegroting.
2. Trends en ontwikkelingen.
3. Financieel beeld.
4. Taskforce.
Bijlagen.

Hoofdstuk 1 Op weg naar een solide meerjarenbegroting bevat een algemeen deel en de leeswijzer waarin uitleg wordt gegeven over de perspectiefnota als nieuw document binnen de planning- & controlcyclus.

Hoofdstuk 2 Trends en ontwikkelingen beschrijft de landelijke trends en ontwikkelingen die momenteel actueel zijn of waar de gemeenten de komende jaren mee te maken krijgen. Beschreven wordt op welke wijze de gemeente Heemskerk denkt hiermee om te gaan. En wat het kan betekenen voor onze gemeente. Daarbij wordt rekening gehouden met de ontwikkelingen zoals opgenomen in de Organisatievisie. In dit hoofdstuk wordt op strategisch niveau ingegaan op de ontwikkelingen. Een trend of ontwikkeling gaat 'hoog over' en heeft consequenties op meerdere beleidsterreinen die de domeinen overstijgen. Deze vervlechting tussen de verschillende beleidsterreinen en integraliteit wordt zo duidelijk mogelijk in beeld gebracht.

Hoofdstuk 3 Financieel beeld geeft het actuele beeld van de Begroting 2020. Uitgangspunt hierbij is de stand van de Begroting 2020-2024 zoals opgenomen in het raadsmemo met betrekking tot de decembercirculaire 2019 (BIRM/2019/0477). Op deze stand zijn de financiële effecten van  raadsbesluiten, genomen tussen mei 2019 en april 2020, en de structurele doorwerking vanuit de Jaarrekening 2019 toegevoegd. Dit leidt tot de actuele stand van de Begroting 2020-2024.
Om inzicht te krijgen in de budgettaire ruimte beschikbaar voor autonome, noodzakelijke ontwikkelingen en wensen/nieuw beleid is vervolgens het totaaleffect van de taskforce ten gunste van de begrotingssaldi gebracht. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in het effect van de maatregelen zoals voorgesteld door de taskforce en een extra verhoging van de Onroerende zaakbelasting (OZB). Dit resulteert in positieve saldi voor de jaren 2020 tot en met 2024.
Daarna zijn de financiële effecten van de autonome en noodzakelijke ontwikkelingen en de wensen voor nieuw beleid in beeld gebracht en wordt inzichtelijk gemaakt wat het effect hiervan is op de begrotingssaldi. Op deze wijze wordt duidelijk in beeld gebracht wat de soort ontwikkelingen en voorstellen voor effect hebben op deze meerjarige begrotingssaldi.

Autonome ontwikkelingen zijn die zaken die door wet- en regelgeving op de gemeente afkomen en waar de gemeente zelf geen invloed op heeft. Bijvoorbeeld CAO-ontwikkelingen, het invoeren van het abonnementstarief voor de Wmo of de invoering van een nieuwe wet.
Noodzakelijke ontwikkelingen zijn ontwikkelingen die onuitstelbaar, onoverkomelijk en absoluut noodzakelijk zijn voor de continuïteit van de organisatie of om de verplichte taken uit te voeren. De gemeente heeft hierbij zelf beperkte invloed of keuzevrijheid. Voorbeeld van zo'n verplichte taak is de onderwijshuisvesting waarbij de gemeente beperkt keuze heeft in het uitvoeringsniveau of fasering maar wel voor adequate onderwijshuisvesting moet zorgen. Net als de kosten voor ICT die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de primaire bedrijfsprocessen.
Alle andere ontwikkelingen die om extra middelen vragen worden geduid als ‘wensen’ of 'nieuw beleid'. Hierin heeft de gemeente volledig de vrijheid om deze initiatieven wel of niet uit te voeren. Het zijn geen verplichte wettelijke taken maar beleidsvoornemens die door de organisatie worden voorgesteld. Alleen de voorstellen waartoe de raad besluit worden in de Begroting 2021 opgenomen.

De voorstellen die financiële effecten hebben zijn in de tekst genummerd. Autonome ontwikkelingen beginnen met een 'A', noodzakelijke ontwikkelingen met een 'N' en wensen/nieuw beleid met een 'W'. Deze nummering in de toelichtende tekst correspondeert met die zoals opgenomen in de financiële tabel daarboven.

In 3.5 worden de financiële kaders voor het opstellen van de Begroting 2021 toegelicht. De raad dient deze kaders vast te stellen. Het gaat om percentages voor het indexeren van de loon- en prijsstijgingen, het indexeringspercentage voor subsidies en het (interne) rentepercentage waarmee de kapitaallasten van de investeringen worden berekend. Genoemde percentages worden afgeleid van de indexeringspercentages zoals genoemd in de Macro economische verkenning van het Centraal planbureau gepubliceerd in maart 2020.

In 3.6 zijn meldingen en teksten opgenomen die corona-gerelateerd zijn. Het is een 1e opsomming van zaken waar zicht op is. Bij de Bestuursrapportage 2020 en de Begroting 2021 kan daar meer uitgebreid en in financiële zin op worden ingegaan. Daarvoor is de periode van het starten van de intelligente lockdown fase medio maart en eind april nog te kort.

In hoofdstuk 4 Taskforce wordt u geïnformeerd over de resultaten van de taskforce. In een totaaloverzicht zijn alle voorstellen die extra inkomsten genereren of uitgaven verminderen in beeld gebracht met daarbij de (meerjarige) financiële effecten. Waar mogelijk zijn maatregelen opgenomen die reeds dit jaar tot een verbetering van het begrotingssaldo leiden, omdat ook het jaar 2020 een negatief begrotingssaldo kent.

Als bijlagen zijn de toelichtingen per maatregel van de taskforce bijgevoegd. Voor elke maatregel is een vast format ingevuld. Het nummer van het format komt overeen met het nummer van de maatregel.

ga terug
Deze pagina is gebouwd op 08/20/2020 13:34:59 met de export van 08/20/2020 13:16:51